Al 42 jaar werkt Jacob van den Bosch (64) bij Strukton. Hij is een van de vier engineers bij Strukton Infratechnieken en gaat elke dag met heel veel plezier naar zijn werk.
Mijn werk is een eindeloze puzzel: rekenen en tekenen aan bruggen, viaducten, geluidsschermen, boringen en schuif- en vijzelprojecten. Nu zijn we bijvoorbeeld bezig met de ontwerpen voor het vervangen van opleggingen van een grote brug in Limburg. Alles wat de brug moet kunnen ‘hebben’ qua sterkte en vervorming ligt vast in NEN-normen. Een brug voor zwaar verkeer moet bijvoorbeeld sterk genoeg zijn om een belasting te kunnen dragen van twee aslasten van 200 ton. Een vloer van een kantoor? 250 kilo per m2. En dan zijn er nog de omgevingsfactoren waar we rekening mee moeten houden, zoals de wind. In Nederland hebben we drie windgebieden: direct aan de kust, de kustprovincies en het binnenland. Een geluidsscherm in Alkmaar moet beter bestand zijn tegen de wind dan datzelfde scherm in Nijmegen.
Tot zover de theorie. De praktijk blijkt soms weerbarstiger. Want de situatie buiten is soms anders dan we denken als we het uitdokteren achter ons bureau. Zo moesten we eens een trapopgang maken bij station Amsterdam Amstel. De boringen daarvoor lukten niet. Er bleek iets onder de grond te zitten waar we niet doorheen kwamen. In zo’n geval word ik gebeld: “Jacob, het gaat mis hier, we hebben je hulp nodig.” Dat zijn vaak telefoontjes aan het einde van de dag en er is altijd NU een oplossing nodig. Want ja, anders staat de volgende ochtend de hele crew niets te doen. Soms kan ik het vanachter mijn bureau oplossen, soms moet ik erheen om de situatie met eigen ogen te bekijken. Site-engineering heet deze tak van sport. Meestal lukt het om een probleem in een half uur op te lossen, in een enkel geval wordt het echt spannend. Gelukkig is er nog nooit een werk niet gebouwd. Het komt altijd goed, al kost het af en toe wat meer moeite. Maar ik houd wel van die adrenaline.
Soms kan ik het probleem vanachter mijn bureau oplossen, soms moet ik erheen om de situatie met eigen ogen te bekijken
Een ander leuk aspect aan mijn werk is de veelzijdigheid. Onze engineeringsafdeling bestaat uit vier mensen: twee ontwerpers en twee constructeurs, van wie ik er eentje ben. Omdat we zo klein zijn, zijn we overal bij betrokken: bij bijna alle projecten die Strukton Infratechnieken doet, van begin tot eind. We hebben dus met iedereen in de uitvoering contact. En we rekenen aan alles: hout, staal en beton. Bovendien doet Strukton Infratechnieken meestal de wat kleinere, kortlopende projecten. Je bent dus niet, zoals bijvoorbeeld bij een groot engineeringsbureau, zes jaar lang bezig met de engineering van één en hetzelfde project.
Toen ik 42 jaar geleden bij Strukton begon, kregen we vaak bestektekeningen van de opdrachtgever: dit willen we en zo moet het worden. Dan is de aard van het werk heel uitvoerend. Tegenwoordig krijgen we steeds vaker prestatiegerichte opdrachten: zorg dat op die locatie 500 auto’s per uur de rivier kunnen oversteken, met deze en deze randvoorwaarden. Het is dan aan ons om te bedenken of dat het beste kan via een brug, een tunnel of bij wijze van spreken via een veerpont. Mij spreekt dat aan: er zit veel meer uitdaging in.
De rode draad door mijn carrière is Amsterdam CS. In de loop der jaren is daar natuurlijk veel aan gebouwd en verbouwd en ik mocht er elke keer weer aan meewerken. De renovatie van de kappen en de oude spanten, het busplatform aan de IJ-zijde, de tunnels onder het station, de tussenvloeren aan de voorkant: ik heb aan alles gerekend en getekend. Als ik daar nu rondloop, kijk ik altijd om me heen. Hoe ziet het eruit? Wat is blijven zitten en wat is vervangen? Oh ja, dat gedeelte, daar hadden we moeite mee. Een goed voorbeeld daarvan – ook al is dat niet meer zichtbaar – is een stalen paal onder het station. De houten palen onder het station moesten weg om plaats te maken voor de tunnel van de Noord-Zuid-lijn. We hebben stalen palen geboord als vervanging, zestig meter diep de grond in. De boormachine, een apparaat met een prijskaartje van een paar ton, ging mee de grond in, maar weigerde er bij de eerste paal weer uit te komen. Dus als de generaties na ons de boel ooit weer gaan verbouwen, komen ze diep onder de grond die boormachine weer tegen.
Hoewel ik mijn werk nog steeds met veel plezier doe, wordt het langzamerhand tijd om het stokje door te geven aan een opvolger. Ben je een ervaren engineer en heb je, na al deze enthousiaste verhalen, zin om bij ons te komen werken? Dan ben je van harte welkom.